“Macro-ontmoeting”, stack van ca 20 foto’s, 13 juni 2010
Canon 40d, Tamron 90mm 2.8 macro, 1/200s, f/11, ISO 400
Tien jaar geleden zou je in deze foto twee spinnetjes op een rozenblad hebben gezien. Nu zie je meteen dat de ene spin wit is en de ander zwart, en vraag je je af of ze misschien in een discussie over etniciteit verwikkeld zijn. Terwijl ze net zo goed op het punt zouden kunnen staan om een gezellig babbeltje over hun respectievelijke “Spider-Verses” te beginnen. En misschien is het wel gewoon een kwestie van liefde op het eerste gezicht, en heeft de ene spin de ander mee uit gevraagd toen ik mijn spulletjes eenmaal had opgeruimd.
Die spulletjes had ik speciaal gepakt voor mijn eerste experiment met stacking – fotostapelen in goed Nederlands. Normaal mag je blij zijn als je van vlak bij van één zo’n klein spinnetje òf de kaken, òf de ogen òf een stukje achterlijf scherp op de foto krijgt. En wil je een ontmoeting als deze van voor tot achter min of meer scherp in beeld brengen, dan moet de trukendoos open.
Daarom draait het bij fotostapelen. Ik had mijn camera gemonteerd op een statief met een tandrail en een tandwieltje, waarmee je hem telkens een miniem stukje dichter naar je onderwerp toe kan bewegen. Na iedere beweging druk je af, en in elke foto is een ander stukje van je totale beeld helemaal scherp. Wie een superieure spiercoordinatie heeft kan dat ook uit de hand, of je gebruikt de scherpstelling op je lens.
Hoe dan ook, ooit had je dan zo’n twintig negatieven die je over elkaar heen afdrukte, waarbij telkens de scherpe delen werden geselecteerd en de onscherpe stukken weg werden gemaskerd.
Tegenwoordige is daar software voor, en wat toen al gauw een flink aantal uren werk was, is nu in minuten gebeurd.