Il Trionfo della Morte, Bartolo di Fredi
Sony Cybershot, 8 mei 2002
Mijn favoriete fresco uit de San Francesco-kerk in Lucignano. In een tijd dat de pest op de loer lag en het leven om de dood draaide schilderde Bartolo di Fredi rond 1360 de Triomf van de Dood. Is het alleen een waarschuwende verwijzing naar het onheil en de epidemieen van zijn tijd? Of grijpt hij verder terug, op de heidense wilde jacht, waarin Wodan met zijn legioen van gesneuvelde krijgers de wereld onveilig maakte in de dagen durende schemering van de tijd rond de midwinterzonnewende?
Ook in de middeleeuwen was het motief van de duistere spookkrijgers te paard, die in de donkere dagen voor kerst moordend en plunderend rondtrokken niet onbekend. De kerstman en sinterklaas worden wel gezien als afgietsels van de heidense oppergod, en onze kerst- en sinterklaascadeautjes zouden een verwaterde herinnering zijn aan de offerandes die werden gebracht om onheil af te wenden en het licht te laten terugkeren.
In de 14e eeuw, met verwoestende oorlogen en pestepidemieen als onderdeel van het dagelijks bestaan, heeft die folkloristisch lading de wilde jacht nog niet onschadelijk gemaakt. Onheil is niet seizoensgebonden, en kan vele vormen aannemen. Niks kale bomen en schemering die haast ongemerkt overgaat in duisternis: het hele jaar door, en zonder aanzien des persoons, jaagt de dood op de nietsvermoedende mens, ook als die genoeglijk keuvelend van het dagelijks leven geniet.
Zo neemt het onheil telkens andere vormen aan. Van duistere ruiters naar triomferende jager – of nog verder weg, naar het bolletje met tientallen uitsteeksels dat nu de media domineert. Wat voor verklaring zullen de iconografen ervoor hebben, als ze over 500 jaar stuiten op de beelden van de microscopische zeemijnen die nu telkens en overal in ons blikveld opduiken? Zullen ze die nog herkennen als een virus, dat allang is uitgeroeid, maar voor de primitieve mens uit de eentwintigste eeuw een dagelijkse confrontatie was met de betrekkelijkheid van een veilig bestaan?