Even onthullend als ontluisterend nieuws: directeur Bontrup van het gelijknamige bedrijf zit in zijn maag met enige honderdduizenden tonnen granuliet, een restproduct dat hij niet mag dumpen van Rijkswaterstaat omdat de milieurisico’s onbekend zijn. Wat doet hij? Hij onderzoekt niet hoe schadelijk zijn restproduct is, maar belt Halbe Zijlstra (die hij ongetwijfeld in de datsja van Poetin heeft ontmoet). En die geeft hem het nummer van Michele Bron, directeur-generaal van Rijkswaterstaat, tot wie Bontrup zich vervolgens wendt. Zij roept haar ambtenaren op het matje en geeft ze opdracht onmiddellijk toestemming te verlenen om het spul de dumpen in een paar poelen. Zijn de milieurisico’s inmiddels bekend? Nee, maar in de redenering van Zijlstra gold datzelfde vroeger voor asbest: dat mocht ook zomaar gedumpt worden tot men wist hoe schadelijk het was. Schadelijkheid kun je blijkbaar wegstrepen als het kosten scheelt – en als er slachtoffers vallen dan zien we wel weer. Ambtenaren die de regels uitvoeren zijn prima, maar ze moeten geen belangrijke mensen in de weg gaan lopen. Wie die belangrijke mensen zijn? Dat weten Zijlsta, Bron en Bontrup. Volgende stap? Belast deze kampioenen van de praktische aanpak met de oplossing van het stikstofprobleem. Binnen de kortste keren is stikstof ineens niet meer schadelijk voor onze schaarse natuur, kunnen de trekkers weer gewoon mest uitrijden en hebben we honderden miljoenen bespaard. Thomas Gray wist het al: ignorance is bliss, en dankzij mensen als Halbe en zijn kompanen kunnen we daar de vruchten van plukken.
Onbreekbare beloftes
Laatst kwam ik de term “onbreekbare belofte” tegen, en de suggestie om een verhaaltje te schrijven met een onbreekbare belofte als uitgangspunt. Het idee maakte